Hoogte van het gebouw: grootste afstand, loodrecht gemeten, tussen nok- en vloerniveau.

Overkraging gevel: afstand, horizontaal gemeten, tussen het uiteinde van de kepers en de muur waarop de muurplaat rust.

Overkraging puntgevel: uitsteeklengte van de gordingen, gemeten vanaf het buitenvlak van de muren.

Obstakel bij de dakrand : tout dispositif (barrière à neige ou autre) qui pourrait empêcher le libre glissement de la neige sur la toiture.

  Belangrijke opmerking: bij de dimensionering wordt geen rekening gehouden met de belasting te wijten aan de ophoping van sneeuw of ijs (aan de rand van het dak).

Geïsoleerd hoogteverschil: plaatselijke reliëfverhoging die de windstroming kan verstoren (verhoging van de windsnelheid): heuvel, hoogte, klif, ...

Een gebouw wordt beschouwd als “verwijderd van ieder geïsoleerd hoogteverschil” als het zich op een afstand bevindt die groter is dan de helft van de hellinglengte van de betreffende heuvel of dan 1,5-maal de hoogte van de betreffende klif.